Microsoft experimenteert met datacenters onder de zeespiegel

Microsoft heeft de afgelopen maanden een proef uitgevoerd met een datacenters dat negen meter onder de zeespiegel wordt geplaatst. Het experiment is een succes en blijkt een forse besparing op de energierekening van de koeling mogelijk te maken.

Dit maakt Microsoft bekend tegenover NY Times. Het project heet Project Natick en werd door Microsoft in 2013 geïntroduceerd. De koeling in datacenters is een belangrijke verbruiker van energie. Microsoft probeert dit probleem aan te pakken door servers in koud zeewater te plaatsen, waardoor warmte op natuurlijk wijze kan worden afgevoerd. De impact op de natuur en dieren die in de omgeving van datacenters leven zou minimaal zijn. De warmte is volgens het bedrijf slechts op enkele centimeters van de buitenwand voelbaar. Het plaatsen van datacenters in zee biedt daarnaast de mogelijkheid uit zeewater energie te genereren. Dit kan door gebruik te maken van een turbine of een systeem dat getijdenenergie kan opwekken.

Snellere verbindingen

Microsoft stelt dat de helft van de wereldbevolking binnen 200 kilometer van de kust woont. Door datacenters in zee te plaatsen kunnen datacenters dan ook relatief dicht bij gebruikers worden geplaatst, wat zorgt voor snellere verbindingen. Het project onderzoekt twee mogelijkheden. Bij de eerste worden servers en IT-apparatuur ondergebracht in een soort stalen buizen, die op de zeebodem worden geplaatst en worden verbonden met onderzeese datakabels. Bij de tweede optie worden containers in de vorm van jelly beans onder water gehangen om met behulp van turbines elektriciteit te genereren uit stromingen in het water.

project-natick-microsoft

Het bouwen van een traditioneel datacenter kost veel tijd. Microsoft stelt dat een dergelijk project gemiddeld twee jaar in beslag neemt. Op termijn hoopt Microsoft de waterbestendige datacenters in massaproductie te kunnen nemen. Hierdoor moet de productietijd van datacenters fors worden teruggedrongen, waardoor een datacenter in slechts 90 dagen volledig operationeel moet kunnen zijn. Dit maakt het mogelijk snel in te spelen op veranderingen in vraag, die kunnen worden veroorzaakt door onder andere natuurrampen.

Lange levensduur

Microsoft mikt met het project op een lange levensduur van de datacenters. De datacenters zouden twintig jaar moeten meegaan. Dit geldt uiteraard niet voor de hardware in het datacenter, die door de snelle ontwikkeling van technologie na twintig jaar naar verwachting zwaar verouderd zullen zijn. De hardware moet daarom iedere vijf jaar worden vervangen.

Lees ook
Nieuws over Liander en het stroomnet in Amsterdam

Nieuws over Liander en het stroomnet in Amsterdam

Netbeheerder Liander heeft in de regio Amsterdam te maken met meer vraag naar capaciteit dan er aanbod is. Bestaande grootgebruikers kunnen niet uitbreiden. Nieuwe grootgebruikers, waaronder datacenters, zijn mede daarom niet welkom in de regio.

Google's rapporteert een CO2-uitstoot die bijna 50% stijgt door energievraag van AI

Google's rapporteert een CO2-uitstoot die bijna 50% stijgt door energievraag van AI

Google heeft bekendgemaakt dat de CO2-uitstoot van het bedrijf bijna 50% is gestegen ten opzichte van 2019. Dit blijkt uit het milieuverslag van 2024 dat het bedrijf onlangs heeft gepubliceerd. Deze stijging vormt een aanzienlijke tegenslag in de ambitie van Google om tegen 2030 netto nul emissies te bereiken.

Duitse studie: Hergebruik van restwarmte uit datacenters kan jaarlijks 400.000 ton broeikasgassen besparen

Duitse studie: Hergebruik van restwarmte uit datacenters kan jaarlijks 400.000 ton broeikasgassen besparen

Volgens een recente studie van het Duitse Borderstep Institute kan het hergebruiken van restwarmte uit datacenters in de toekomst jaarlijks tot 400.000 ton aan broeikasgassen besparen. Deze bevinding komt voort uit het DC2HEAT-project, dat de mogelijkheden en effecten van restwarmtebenutting in datacenters onderzoekt.