Datacenter onderbouwt renewable energy-claim met harde data

Als datacenter claimen dat de energie die wordt gebruikt volledig groen is, is één ding, het kunnen aantonen een tweede. Certificaten vertellen dan namelijk maar een deel van het verhaal. Daarom is het interessant om te volgen wat een Scandinavisch datacenter heeft geïntroduceerd. Klanten van Bulk Data Centers kunnen nu namelijk 24 uur per dag, 7 dagen per week verifiëren dat hun applicaties worden gehost in een omgeving die gebruik maakt van 100 procent hernieuwbare energie.

Het bedrijf spreekt van een ‘24/7 Power Matching Service’, die gehost wordt in de OS-IX-faciliteit van Bulk in Oslo. De elektriciteit die hier wordt gebruikt, is afkomstig van de nabijgelegen waterkrachtcentrale Bingsfoss.

Van oudsher is het een uitdaging voor datacenters om te kunnen aantonen of certificeren dat de elektrische energie die wordt gebruikt ook daadwerkelijk koolstofvrij is. Eerdere systemen kijken naar de hoeveelheid elektriciteit die een datacenter verbruikt, zonder rekening te houden met het tijdstip en de plaats van het verbruik en opwekking. Dit betekent dat zelfs als een bedrijf certificaten of garanties van oorsprong voor hernieuwbare energie heeft gekocht die gelijk zijn aan zijn totale verbruik, het nog steeds fossiele brandstoffen kan gebruiken wanneer en waar de productie van hernieuwbare elektriciteit laag is.

Renewable Power Matching is daarentegen bedoeld voor datacenterklanten die absoluut zeker willen zijn dat de elektriciteit die zij gebruiken daadwerkelijk groen is opgewekt. Certificaten zijn dan dus niet voldoende. De nu gelanceerde power matching-aanpak daarentegen stelt bedrijven in staat om de elektriciteit die ze verbruiken te matchen met hernieuwbare elektriciteit die op elk gewenst moment, 24 uur per dag, 7 dagen per week wordt geproduceerd. Garanties van oorsprong zoals dit systeem nu mogelijk maken zijn hierbij cruciaal.

Noorse datacenters hebben het op dit gebied makkelijker dan datacenterbedrijven in landen als Nederland. De elektriciteitsproductie in het Scandinavische land is namelijk al bijna 100 procent hernieuwbaar.