Microsoft bouwt met gas aangedreven datacenter in Seattle
Microsoft gaat in samenwerking met McKinstry en Cummins een met gas aangedreven datacenter bouwen. Hierbij worden serverracks rechtstreeks aangesloten op aardgasleidingen en volledig aangedreven met behulp van geïntegreerde brandstofcellen.
Dit meldt Microsoft in een blogpost. Traditionele datacenters zijn aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. Hierbij wordt energie opgewekt in een energiecentrale, via meerdere onderstations en energiekabels gedistribueerd en vervolgens in het juiste voltage omgezet zodat de energie geschikt is voor aandrijven van het datacenter. In dit proces gaat veel energie verloren. Door brandstofcellen te integreren in serverracks en deze brandstofcellen direct aan te sluiten op aardgasleidingen wil Microsoft het energieverlies dat onstaat door de distributie van energie elimineren. Microsoft verwacht hierdoor de energie-efficiëntie van datacenters te kunnen verdubbelen.
Betrouwbaarheid vergroten
Doordat de leveranciersketen van energie door de werkwijze wordt ingekort, kan daarnaast het aantal punten waarop problemen kunnen ontstaan teruggedrongen. Microsoft stelt dat dit de betrouwbaarheid van de energievoorziening en daarmee datacenters kan verbeteren. De werkwijze leidt ook tot lagere kosten, aangezien energie niet langer hoeft worden geconverteerd naar het juiste voltage, backup infrastructuur niet langer nodig is en er geen distributiekosten voor elektriciteit betaald hoeven te worden. Microsoft stelt dat dit het eenvoudiger en goedkoper maakt om datacenters te bouwen, draaien en beheren.
Microsoft experimenteert al langer met brandstofcellen die in serverracks zijn geïntegreerd. Zo heeft het bedrijf in 2013 in samenwerking met het National Fuel Cell Research Center van de University of California Irvine een project uitgevoerd waarbij dit idee is getest. Daarnaast heeft het bedrijf in 2014 in het Cheyenne pilotproject geëxperimenteerd met brandstofcellen die op biogas draaien.
Restwarmte inzetten
Microsoft meldt ook te willen experimenteren met de inzet van restwarmte om de energie-efficiëntie van datacenters te verhogen. Zo wil het bedrijf warmte die door brandstofcellen en servers wordt gegenereerd inzetten om een koelsysteem aan te drijven of meer energie op te wekken die voor het aandrijven van servers kan worden gebruikt.