Amsterdamse oppositie stelt datacenters ter discussie

320px-Wapen_van_Amsterdam

De oppositie in de Amsterdamse gemeenteraad heeft op 6 mei kritische vragen gesteld over de datacenters in de stad. De teneur van de vragen is duidelijk. Men ziet het stroom- en watergebruik door deze gebouwen als een serieus probleem. Wat in Amsterdam gebeurt is belangrijk, tegelijk mag het niet als een verrassing komen.

Interesse is goed

Dat Amsterdamse politici zich interesseren voor datacenters is een goede zaak. Meer kennis van IT en de digitale economie is welkom. Het kan bijdragen verkeerde aannames over de omvang en het belang van de IT sectoren uit de wereld te helpen. Datacenters zijn daarbij een vreemde eend in de bijt. Vanaf het begin af aan is de belangstelling voor dit soort bedrijven eerder gering. Dat komt mede omdat de meeste gebouwen weinig opvallen en ze niet garant staan voor veel directe werkgelegenheid.

Kennis is aanwezig

De twee leden van de oppositie die de vragen aan het college van burgemeester en wethouders hebben gesteld blijken over enige kennis van datacenters te beschikken. Men noemt AMS-IX als een na grootste internetknooppunt een van de redenen waarom er zoveel datacenters in en rond Amsterdam staan.

De vragenstellers zijn ook op de hoogte dat datacenters veel stroom nodig hebben en dat na de eerdere bouwstop nieuwe regels gelden. Vervolgens wijzen ze naar cijfers van Liander en de stad. Om de groei van datacenters tot 2050 te kunnen faciliteren is 1000 MegaWatt nodig. Dat moet ook nog eens allemaal op duurzame wijze zijn geproduceerd. Men merkt op dat dit een kwart van het totale energieverbruik van de stad zal zijn.

De centrale vraag

Na die opsomming van feiten (er wordt ook verwezen naar de ontwikkelingen in de kop van Noord Holland) komen de vragen. Dat zijn er 18. De vragen zijn zeer gericht en lijken duidelijk te sturen op een enkel punt. Dat blijkt overduidelijk uit laatste vraag.

Is het college bereid een maatschappelijk kosten-baten analyse te laten opstellen waarin zo breed mogelijk de lusten en de lasten van datacenters in kaart worden gebracht?

Politieke agenda oppositie

Het grote aantal vragen en verzoeken om onderzoek lijkt op het eerste gezicht geen vreemde zaak. Er is echter in dit geval wel iets bijzonders aan de hand, want er speelt meer mee.

De ambitie van de huidige coalitie is om Amsterdam in een hoog tempo over te schakelen naar geheel groene stroom. Het sluiten van de kolengestookte Hemweg centrale was tot nu toe het belangrijkste wapenfeit. Om die wegval van capaciteit op te vangen moeten er andere bronnen bijkomen, waaronder windmolens. Daarover is in Amsterdam heel veel te doen. Op dit moment speelt de discussie daarover vooral in het noorden van de stad. De oppositie speelt met een groot deel van de vragen daarop in. Men weet dat al over een jaar gemeenteraadsverkiezingen zijn. Kortom voor een deel zijn deze vragen heel duidelijk te linken aan politieke agenda’s.

Data en onderzoek

Maar los van die politieke strijd zijn er andere punten die een rol spelen. Als de stroombehoefte van datacenters zo groot is maakt dat de bouw van meer woningen lastig. Het zoeken naar de juiste balans was een van de redenen voor de tijdelijke bouwstop die in 2019 is afgekondigd. Eerder dit jaar werd al duidelijk dat de in 2020 gemaakte afspraken mogelijk niet kunnen worden nagekomen. De vraag naar groene stroom van datacenters stijgt toch  te hard.

Daarom is die laatste vraag zo belangrijk. Niet voor de lokale politiek, maar juist ook voor de hele IT sector. Goede data over en onderzoek naar de impact van datacenters in de regio Amsterdam ontbreekt. Dat verklaart waarom er zoveel onduidelijkheid bestaat. De cijfers over werkgelegenheid, water- en energieverbruik en ook opbrengsten die door de verschillende partijen worden genoemd lopen te veel uiteen.

De oppositie heeft het waarschijnlijk niet in de gaten, maar als de het college ingaat op het verzoek kan Amsterdam een primeur krijgen. Dan is de Amsterdamse regio het eerste gebied waar men echt weet wat de totale impact van datacenters op de directe omgeving is. In dat totaalbeeld zal uiteraard ook de link met de windmolens een plek krijgen.

 

(dit artikel verscheen eerder op ITchannelPRO)

Lees ook
iTRACS kent iTRACS CPIM integrator status toe aan CANS

iTRACS kent iTRACS CPIM integrator status toe aan CANS

iTRACS benoemt CANS, leveranciers van DCIM oplossingen, tot iTRACS Converged Physical Infrastructure Management (CPIM) integrator”. Het bedrijf gaat de CPIM-softwareproducten van iTRACS aanbieden aan haar klanten. Daarmee is CANS onderdeel van het wereldwijde PartnerPRO-netwerk van CommScope geworden. “De onderscheidende CPIM-softwareproducten van1

'Datacenters gaan tussen nu en 2025 grote veranderingen door'

'Datacenters gaan tussen nu en 2025 grote veranderingen door'

Datacenters gaan de komende jaren grote veranderingen door. Data Center Infrastructure Management (DCIM) gaat een cruciale rol spelen in datacenters, terwijl ook de wijze waarop datacenters worden aangedreven totaal gaat veranderen. Dit voorspelt Emerson Network Power in het rapport 'Data Center 2025: Exploring the Possibilities'. Emerson Network1

Onderzoek: 'De komende jaren worden er flink meer datacenters gebouwd'

Onderzoek: 'De komende jaren worden er flink meer datacenters gebouwd'

De komende jaren zullen aanzienlijk meer datacenters wordt gebouwd. De hoeveelheid datacenters die wereldwijd worden ontwikkeld groeit tot 2018 jaar-op-jaar met 21 procent. Dit blijkt uit onderzoek van Research and Markets. De bouw van nieuwe datacenters wordt volgens het onderzoeksbureau aangedreven door een groeiende behoefte aan colocatieruimte1