Amsterdam en de datacenters moeten gaan bewegen
Amsterdam heeft er nog een probleem bij en volgens de lokale pers zal nu nog meer naar datacenters gekeken gaan worden. Die belangstelling heeft niets te maken met het gebrek aan stroom of ruimte. Amsterdam heeft enorme behoefte aan restwarmte om het warmtenet te kunnen realiseren.
Een uitspraak van de Raad van State van 30 augustus heeft een streep gehaald door de plannen van Amsterdam alle gebouwen van de stad tegen 2040 zonder aardgas te kunnen verwarmen. In plaats van een landelijk gasnet moet een lokaal warmtenet die klus klaren. In theorie is dat mogelijk. Meerdere wijken in Nederland worden al op die manier verwarmd, de overheid én Europa stimuleren onderzoek, geven subsidies en er zijn organisaties die partijen bijeen brengen.
Ondanks die steun in de rug is het warmtenet voor heel Amsterdam al jaren niets anders dan een plan dat op papier staat. Van aanleg van de fysieke infrastructuur is nauwelijks sprake. Nergens liggen straten open voor het leggen van dikke geïsoleerde leidingen. Een van de redenen hiervoor is dat om een warmtenet te kunnen aanleggen er aanbod van warmte moet zijn. Zonder aanbod geen net, maar het omgekeerde speelt ook. Het is een klassiek kip-ei verhaal. Partijen wachten op elkaar. Ze zijn ook huiverig voor de consequenties als deze - voor dit gebied – nieuwe technologie op grote schaal wordt uitgerold.
Amsterdam heeft, net als andere gemeenten, behoefte aan veel aanbod van warmte. Er is dan ook gekeken welke bedrijven warmte als een restproduct hebben en dat kunnen afgeven aan een te bouwen warmtenet. Dat datacenters restwarmte als afvalproduct hebben, heel veel zelfs, hoeft geen verdere uitleg. Sommige bedrijven uit die sector schermen al meerdere jaren met het leveren van restwarmte aan bedrijven of openbare instellingen in de directe omgeving. Stuk voor stuk zijn dat interessante cases, maar ze zijn totaal onvergelijkbaar met de vraag van Amsterdam om 10.000 woningen te kunnen verwarmen.
Mede daarom zijn de Amsterdamse plannen gebaseerd op het aanleveren van een bulk restwarmte door een paar grote partijen. Die zorgen voor de basis en dat moet zorgen voor voldoende vertrouwen bij afnemers en andere aanbieders. Een van grote keyplayers voor Amsterdam is Nuon – Vattenfall. In een speciaal daarvoor omgebouwde centrale bij Diemen zou biomassa gaan worden verbrand en dat is dan de basis voor restwarmte.
De Raad van State heeft echter de omgevingsvergunning van de provincie Noord-Holland vernietigd. Zonder vergunning is het exploiteren van die centrale onmogelijk. Amsterdam weet dus sinds 30 augustus (datum uitspraak) dat het warmtenet verhaal voor de stad op de schop moet. De stukken van de gemeenteraad hinten er overigens op dat men in het stadhuis al voor de uitspraak nattigheid voelde. De wethouder suggereert in een brief van juli dat Amsterdam meer en beter met de datacenters moet kijken naar restwarmte.
De stad heeft een probleem, een heel groot probleem zelfs. Dat datacenters in staat zijn dat op te lossen, is weinig waarschijnlijk. Maar stilzitten is geen optie. Het stadhuis is een vragende partij, maar kan tegelijk ook druk uitoefenen. Datacenters zullen dus wel in beweging moeten komen. Voor elke gemeente met een datacenter binnen de grenzen wordt het dus opletten wat er in de hoofdstad gaat gebeuren. Idem voor het buitenland. Steden als Frankfurt zitten op het vinkentouw, want daar is de nood de realisatie van warmtenetten te versnellen even groot als in Amsterdam.
(foto C messier CC BY-SA 4.0)