SPIE-ICS bouwt voor KPN eerste CO2-negatief datacenter

Modulair van opzet. CO2-negatief. Honderd procent groene stroom. Aansluiting op een bestaande warmtering. Hergebruik van alle restwarmte. En een pre-audit van het Uptime Institute dat uitzicht biedt op een Tier IV-certificering. Dat zijn een aantal van de opvallende kenmerken van een groot datacenter-project dat SPIE-ICS op de High Tech Campus in Eindhoven voor KPN uitvoert. Tussen start en oplevering van het datacenter zit bovendien minder dan zes maanden. 

Wie de High Tech Campus in Eindhoven oprijdt, kan het gebouw-in-wording haast niet missen. Direct naast een aantal kantoren van ASML staat een pand met een opmerkelijke ‘hap eruit’. “Dat klopt inderdaad”, zegt Johan Bakker. Hij is datacenter consultant bij KPN. “De kavels op de High Tech Campus hebben inderdaad deze wat opmerkelijke vorm. Worden op deze kavels kantoorgebouwen neergezet, dan geeft dit een speels en verspringend effect. Voor ons betekent het dat er inderdaad een hapje uit het datacenter moest worden gehaald.”

Tier IV-certificering

Johan Bakker (links) is datacenter consultant bij KPN. Stefan Rovers (rechts) is Team Leader Datacenters & Specials SPIE-ICS

Op dit moment bouwt SPIE-ICS op de High Tech Campus een nieuw datacenter voor KPN. “Eind 2014 hebben we daar de eerste vier klanten voor opgetekend”, vertelt Bakker. “Dat zijn partijen die hier in de regio Eindhoven actief zijn. Zij stelden echter wel als eis dat zij vanaf 1 juli 2015 van het datacenter gebruik kunnen maken. In feite betekent zo’n deadline dat de datavloer al op 1 juni beschikbaar moet zijn. Met andere woorden: er was een periode beschikbaar van nog geen zes maanden van ontwerp tot oplevering. Dat stelt dus nogal wat eisen aan de partners met wie we dit traject doen waaronder SPIE die verantwoordelijk is voor alle technische installaties in het datacenter.

Het datacenter in Eindhoven wordt het eerste officieel Tier IV gecertificeerde datacenter van Nederland. “Menigeen denkt dat Tier IV hier niet haalbaar is, omdat we in Nederland maar één energienet hebben. Dit klopt echter niet. Een datacenter kan zelfs Tier IV gecertificeerd worden zonder een aansluiting op een energienet. We hebben consultants van het Uptime Institute on site gehad. Zij hebben een pre-audit gedaan. We zitten goed op koers om Tier IV gecertificeerd te worden. Uiteraard hebben we een aansluiting op het Nederlandse energienet. Om de continuïteit te waarborgen is het datacenter voorzien van no-break noodstroomsystemen die onbeperkt de energievoorziening kunnen overnemen. Deze noodstroomvoorzieningen worden zo ingericht dat ze voldoen aan de Tier IV-classificatie.”

Cradle-to-cradle

Het Uptime Institute was sowieso erg te spreken over het ontwerp van het datacenter, vertelt Bakker. Juist vanwege de eenvoud van het Tier IV ontwerp waarvoor gekozen is. “Wat zij ook interessant vonden is dat we hier het eerste datacenter ter wereld bouwen volgens cradle-to-cradle bouwprincipes. Dit datacenter wordt dus zo gebouwd dat het ook andere gebruiksdoelen dan enkel en alleen een datacenter-faciliteit kan dienen. Cradle-to-cradle wil zeggen dat we als uitgangspunt nemen dat afval niet bestaat. Afval is simpelweg weer de grondstof voor een ander product. Anders gezegd: we gaan voor een aanpak waarbij het uitgangspunt is dat alles recyclebaar moet zijn. Dat geldt ook voor het gebouw. Dat is bijvoorbeeld hoger dan voor een datacenter nodig is. Hierdoor kan het eventueel in de toekomst ook als logistiek gebouw of laboratorium met kantoorruimte worden benut. Ander voorbeeld: we passen cradle-to-cradle tapijtegels van Desso toe waarin kalk is verwerkt dat een restproduct is uit de drinkwaterwinning hier in Brabant.”

In de datacenter-wereld staat duurzaamheid vaak gelijk aan energie besparen. Dat vindt Bakker echter een te beperkte kijk op duurzaamheid. “Wij zijn daarnaast ook geen aanhangers van het fenomeen ‘PUE’. Weliswaar gebruiken we de PUE, die we bepalen volgens de definitie van the Green Grid, als belangrijke meetwaarde. Maar alleen per datacenter afzonderlijk, en niet om datacenters met elkaar te vergelijken. Daar is de PUE niet voor bedoeld, zoals the Green Grid zelf aangeeft. De PUE-waarde zegt namelijk helemaal niets over de vergelijkbaarheid van verschillende datacenters. Het is immers een verhoudingsgetal en dat kun je als datacenter manipuleren. Datacenters rollen over elkaar heen met een steeds lagere PUE om klanten te trekken. Binnen KPN zeggen we gekscherend niet voor niets vaak: ‘PUE - weg ermee!’ Of de PUE steeds dichter bij de waarde 1 komt, is eigenlijk helemaal niet relevant. We willen vooral het totale energieverbruik van onze datacenters zo laag mogelijk maken. En we zoeken daarvoor naar een optimale balans tussen het energieverbruik van de opgestelde IT-apparatuur enerzijds en de facilitaire voorzieningen van het datacenter anderzijds. We maken in al onze datacenters gebruik van honderd procent groene energie, duurzaam geproduceerd in Nederland. Er is echter onvoldoende groene energie in Nederland beschikbaar. Dus hoe minder een datacenter als hier in Eindhoven aan groene energie verbruikt, hoe meer ruimte er is voor andere potentiële afnemers.”

CO2-negatief

“Wij horen de term ‘PUE’ eerlijk gezegd nauwelijks meer in gesprekken met (potentiële) klanten voor onze datacenters. Wel praten klanten met ons over het tarief per kWh (wat feitelijk een afgeleide is van de PUE die een datacenter heeft of verwacht) en het totale energieverbruik van het datacenter. Dat is zowel uit oogpunt van duurzaamheid als bedrijfseconomisch natuurlijk ook veel relevanter.”

Bakker noemt het datacenter op de High Tech Campus bovendien het eerste daadwerkelijk operationele CO2-negatieve datacenter ter wereld. “Voor zover wij weten is dit inderdaad het geval. De locatie en het ontwerp van dit datacenter maken dit mogelijk. Allereerst gebruiken we honderd procent duurzaam opgewekte groene energie uit Nederland. Daar komt geen CO2 bij vrij. Voor de koeling maken we gebruik van de warmtering die hier op de campus al aanwezig is. Dat levert ook geen CO2 op. Dat gebeurt natuurlijk wel als de noodstroomvoorzieningen noodgedwongen inschakelen. Deze CO2-emissie compenseren we via de Gold Standard-regeling. Alle restwarmte van het datacenter leveren wij via de bestaande warmtering aan andere gebouwen op de campus. Dat levert dus geen CO2 op. Sterker nog: daarmee verlagen andere partijen op de High Tech Campus hun eigen CO2-emissie. Per saldo dus een CO2-negatief datacenter.”

Warmtering

Interessant uit oogpunt van duurzaamheid is bovendien, zo vertelt Bakker, dat het datacenter geen water gebruikt. “Andere datacenters passen bijvoorbeeld adiabatische koeling toe. Daar hebben zij vrij veel water voor nodig. Wij maken echter gebruik van de warmtering en gebruiken dus geen water voor het koelen van het datacenter.” 

Een technische uitdaging zat ‘m in de energie-uitwisseling tussen datacenter en warmtering. “Onze restwarmte dient tijdelijk te worden opgeslagen zodat deze in de winterperiode weer kan worden benut. Dat gebeurt met warmte/koude-bronnen. Daar moet je toch even goed naar kijken. Is die koppeling technisch goed en betrouwbaar voor elkaar te krijgen? Dit is toch een fundamenteel andere aanpak dan we bij andere datacenters zien. Maar het moet natuurlijk wel om een robuuste oplossing gaan waar onze klanten ook vertrouwen in hebben. Wij zijn een commercieel bedrijf, geen proeftuin voor nieuwe technologie. Wij willen graag innoveren - dat mag met dit project wel duidelijk zijn - maar dan wel graag op basis van ‘proven technology’. Dat is bijvoorbeeld ook de reden dat we bij dit datacenter geen zonnecellen toepassen. Dat is nog te riskant, denken wij: te weinig capaciteit, te duur en nog niet betrouwbaar genoeg. Windenergie als groene stroom past wel bij dit project. Vandaar dat nu circa een kwart van de energie die wordt opgewekt op het windmolenpark Amalia voor ons bestemd is.”

Modulair gebouwd

Zoals de laatste jaren gebruikelijk bij KPN is ook dit datacenter modulair opgebouwd. “Het gebouw zelf is niet modulair. Maar de binnenkant wel. We maken nu een datavloer beschikbaar voor de eerste vier klanten plus de nodige voorraad. Daarna kunnen we groeien in stappen van 250 kW.”

Het kiezen van de juiste granulariteit is één van de leerpunten die KPN de afgelopen jaren heeft opgedaan met modulair bouwen. “Het KPN datacenter in Almere is bijvoorbeeld ook modulair ontworpen, en bestaat in feite slechts uit twee modules. De operationele fase 1 is 13.000 vierkante meter groot. Fase 2, die later dit jaar operationeel wordt, bestaat uit nog eens 13.000 vierkante meter. Dat paste destijds ook helemaal in de verwachting en de tijdgeest van 2007, toen we nog geen economische crisis hadden en we dus veel ambitieuzer naar de groei van de bezetting van een datacenter keken. Nu doen we het anders en hanteren we veel kleinere modules, die ook sneller operationeel te maken zijn.”

Constructieve samenwerking

“Het van oorsprong Franse SPIE is met meer dan 37.000 medewerkers in 31 landen een grote Europese speler op het gebied van elektrotechnische en mechanische engineering en HVAC (heating, ventilation en air conditioning)-diensten”, vertelt Kees Verlaan, directeur Datacenters van SPIE-ICS in Nederland. “Ook in landen als Frankrijk, Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk hebben we de afgelopen jaren een stevige positie in de datacentermarkt opgebouwd.”

“Eind 2014 raakten we in gesprek met KPN en heeft KPN besloten om met SPIE in zee te gaan voor de volledige inrichting van het datacenter in Eindhoven, aldus Verlaan. "Hierbij is voor een aanpak gekozen waarbij alle betrokken partijen gezamenlijk de technische keuzes en oplossingen bepalen. Hierbij hoort veel transparantie en onderling vertrouwen, een aanpak die uiteraard onze voorkeur geniet."

Robbert Hoeffnagel