‘Complexiteit uitstekende basis voor DCIM’

Volgens CTO Swen Anderson van ‘DCIM solutions provider’ Raritan is Data Center Infrastructure Management (DCIM) hard op weg om de ‘core engine van alle datacenteroperaties’ te worden. Voordat het zover is, moet er volgens Anderson nog wel het nodige gebeuren op het gebied van educatie. DatacenterWorks nam bij de CTO plaats in de schoolbanken voor een ‘lesje DCIM’.

Al jaren geleden voorspelden de grote marktonderzoeksbureaus dat een ‘explosie’ van de markt voor Data Center Infrastructure Management aanstaande was. Een definitieve doorbraak bleef echter lange tijd uit. Volgens CTO Swen Anderson van Raritan zijn daar meerdere verklaringen voor te bedenken. “Zo hielden de marktonderzoekers er geen rekening mee dat de operators van datacenters uiteindelijk toch redelijk conservatief zijn en dat een gedragsverandering moeilijk is te realiseren. Datacenters zijn voor veel bedrijven het meest kostbare bezit en daar wil je geen enkel risico mee nemen.”

Swen Anderson, CTO van Raritan

Toch constateert Anderson dat de DCIM-markt nu wel degelijk in beweging is. “Door de trend van datacenterconsolidatie die we nu heel duidelijk zien, worden datacenters steeds complexer en dat is een uitstekende basis voor DCIM. Zonder complexiteit heb je geen rechtvaardiging voor het gebruik van DCIM. Wij merken zelf dat klanten steeds vaker naar DCIM vragen, en dan niet alleen naar de losse tools maar ook naar de complete oplossing die wij kunnen bieden.” Deze toenemende vraag komt volgens Anderson ook duidelijk naar voren in de marktcijfers. “De komst van krachtige en eenvoudig te gebruiken DCIM-oplossingen heeft ervoor gezorgd dat de markt nu met veertig procent groeit en dat er in 2015 een jaaromzet van ruim een half miljard dollar zal worden gerealiseerd.”

Automatiseren

“DCIM is hard op weg om de ‘core engine’ van alle datacenteractiviteiten te worden”, vervolgt Anderson. “Toch is het nog altijd niet het geval dat klanten gericht naar specifieke DCIM-features vragen; vaak weten ze nog niet eens wat een DCIM-oplossing ze kan bieden. Een belangrijke opdracht voor ons is dan ook om deze nog relatief jonge markt te ‘onderwijzen’. Dat is onze eerste stap.”

Dat onderwijzen doet Raritan onder andere met behulp van whitepapers, blogs en eBooks die zijn te vinden op www.raritandcim.com. “Maar het begint bij het uitleggen van wat DCIM in het algemeen is en welke pijnpunten het kan wegnemen, en om dat te doen heb je een heldere definitie van DCIM nodig”, stelt Anderson. “Bij Raritan hebben we ervoor gekozen om de definities van The 451 Group te volgen. Deze instantie stelt heel helder dat ‘DCIM wordt ingezet voor het verzamelen en beheren van informatie over datacenter-assets, het gebruik van bronnen en de operationele status’ en dat deze informatie op een dusdanige manier wordt gedistribueerd, geïntegreerd, geanalyseerd en toegepast zodat managers ‘servicegerichte doelen kunnen behalen en de efficiëntie van het datacenter kunnen verbeteren’. Maar dit is naar onze mening alleen mogelijk als producten worden gebruikt die de invoer van data in een ‘DCIM-database’ automatiseren. Een datacentermanager wordt gek als hij alle verzamelde informatie handmatig in de DCIM-software moet invoeren.”

Datacenter-BIOS

  • DCIM-model van The 451 Group
  • Aan de hand van het ‘DCIM-model’ van The 451 Group (zie afbeelding) legt Anderson uit welke producten in de visie van Raritan nodig zijn om de invoer van data te automatiseren. Het fundament in dit model is de laag waar de datacollectie plaatsvindt. “Wij gebruiken voor deze laag de term ‘datacenter-BIOS’. Dat is ook precies wat deze laag is: het Basic Input Output System dat alle hardware verbindt met de andere functies die zich met name in software bevinden. Zonder deze laag kan DCIM-software gewoon niet werken.”

“Op deze laag ligt ook de kracht van Raritan”, stelt Anderson. “Wij hebben onze DCIM-business gecreëerd vanaf deze laag. Al in 2005 zagen we dat er behoefte ontstond aan een fijnmaziger power- en energiemanagement. Daarvoor hebben we begin 2007 de intelligente PDU geïntroduceerd, een productcategorie die in die tijd nog niet eens bestond. Deze iPDU’s zijn uitgerust met sensoren die gegevens verzamelen over het energiegebruik. Daarnaast kunnen er sensoren worden gekoppeld voor het meten van omgevingsfactoren zoals luchtvochtigheid, temperatuur en de lekkage van water.”

Power IQ en dcTrack

Grote datacenters met veel iPDU’s moeten ook de software hebben om de data afkomstig van de sensoren te kunnen verzamelen, monitoren en analyseren. Hiervoor heeft Raritan Power IQ ontwikkeld waarmee bijvoorbeeld het stroom- en energieverbruik kan worden geanalyseerd en beheerd en de omgevingsfactoren kunnen worden gemonitord. “Hier bovenop bieden we de meer statische DCIM-functies zoals change-management, asset-management en capacity-management”, legt Anderson uit. “Daarvoor hebben we dcTrack.”

Voor het automatiseren van de activiteiten rondom change-management en capacity-management biedt dcTrack een ‘modellendatabase’. In deze database staat alle mogelijke informatie over de apparatuur die in een rack gaat, zoals versienummers, hoogte, aantallen netwerk- en powerpoorten en het opgegeven energieverbruik. “Dat is belangrijke informatie voor zowel de capacityplanning als change management”, aldus Anderson. “Je kunt bijvoorbeeld precies voorspellen wat na een change het energieverbruik in een rack wordt.”

Een andere component is het ‘Intelligent Asset Management System’ waarmee apparatuur door middel van een ‘Asset Management Tag’ kan worden ‘gevolgd’ door het datacenter. Het handmatig scannen van labels en het invoeren van die informatie in een DCIM-database is daarmee verleden tijd. “Dit systeem laat ook zien waar nog netwerk-, power- en fysieke capaciteit beschikbaar is en waar dus apparatuur kan worden opgehangen. Vervolgens kan ook automatisch een werkopdracht worden aangemaakt en is ook direct te zien of de opdracht correct is uitgevoerd.”

Geconsolideerde blik

Anderson benadrukt dat Power IQ en dcTrack ook los zijn te gebruiken, en dat een klant er dus voor kan kiezen om klein te beginnen. “Maar bij elkaar bieden deze componenten een volledige en krachtige DCIM-suite waarbij de webgebaseerde interface één geconsolideerde blik op het gehele datacenter biedt”, concludeert Anderson. “De verschillende gebruikersgroepen binnen het datacenter hebben allemaal toegang tot dezelfde tools en tot dezelfde database.” Volgens Anderson zullen de verschillende ‘bloedgroepen’ in datacenters, zoals facility en IT, dan ook dichter naar elkaar toe groeien. “Eén geconsolideerde database is bovendien eenvoudiger te onderhouden dan verschillende gedistribueerde databases.”

Ferry Waterkamp is freelance journalist

 
Dossiers
Meer over
Lees ook
Europees project ontwikkelt open source datacenter management

Europees project ontwikkelt open source datacenter management

Het monitoren en meten van de belangrijkste hardware-componenten binnen het datacenter zijn uitgegroeid tot de belangrijkste kenmerken van de Data Center Infrastructure Management (DCIM) tools die momenteel commercieel beschikbaar zijn. Er bestaat weliswaar geen eensluidende definitie van DCIM, maar veelal wordt hieronder verstaan: het geïntegreer1

Veilig vormgeven van digitale transformatie

Veilig vormgeven van digitale transformatie

Herken en minimaliseer de uitvalsrisico’s van een IT-infrastructuur Om economische redenen is het voor veel middelgrote bedrijven moeilijk de eigen IT-experts alleen in te zetten voor de monitoring van IT-systemen. De oplossing? Een slim monitoring-softwareprogramma dat de grotendeels geautomatiseerde infrastructuur rondom de computerruimte bewaak1

Machine learning versterkt DCIM

Machine learning versterkt DCIM

Nlyte maakt gebruik van het IBM Watson IoT-platform om een zogeheten cognitieve DCIM-oplossing op de markt te kunnen brengen. Hiermee kunnen de enorme hoeveelheden data die monitoring in een datacenter oplevert, worden geanalyseerd op patronen en onderlinge relaties. Het doel daarvan is het verder optimaliseren van de operatie van het datacenter.1