Huawei demonstreert Liquid Cooling System

Ooit - in de mainframe-tijd - was met vloeistof gekoelde IT-hardware heel gewoon, maar de afgelopen jaren hebben we servers vooral met lucht gekoeld. Toch zien we stap-voor-stap vloeistofkoeling weer terug komen. Hoe werkt dat nu precies? Huawei demonstreerde onlangs tijdens zijn Huawei Cloud Conference in Praag een Liquid Cooling System dat meerdere typen (blade) servers kan koelen.

IMG_0902 De FusionServer E9000 is bedoeld voor gebruik in combinatie met het LCS systeem voor watergekoelde servers

Eind april organiseerde Huawei in Praag zijn jaarlijkse Cloud Conference. Het waren twee dagen vol met presentaties over de nieuwe Kunlun mission critical servers van het concern, OceanStore flash storage apparaten en FusionSphere 6.0 cloud-software. Maar in de demo-ruimte die voor de circa 500 conferentiebezoekers was ingericht, stond ook de zogeheten FusionServer LCS9000.

LCS-koelingsysteem

Dit is een door Huawei ontwikkelde blade server die gebruik maakt van het zogeheten LCS-koelingsysteem. De letters ‘LCS’ staan voor Liquid Cooling System. Dit systeem bestaat uit een basisconfiguratie die bestaat uit een 42U kabinet, waarin zich drie blade servers bevinden en een dubbel uitgevoerd koelingsysteem. Meerdere van deze racks kunnen worden samengevoegd.

Interessant aan de aanpak van Huawei is dat het in feite om een kant en klare oplossing gaat. Het gaat dus niet om een separate vloeistofkoeling zoals we wel vaker tegenkomen bij racks die zijn voorzien van een deur met daarin een warmtewisselaar verwerkt. Het gaat hier om speciaal ontwikkelde servers waarbij de koelingsvloeistof via smalle leidingen dicht langs de elektronica wordt gevoerd. Iedere blade is hiertoe van het nodige leidingwerk voorzien. Een server kent hiertoe twee aansluitingen: een ingaande koppeling waar de vloeistof het leidingsysteem in gaat en een uitgaande voor het afvoeren van de vloeistof.

Beheersoftware

Ieder LCS-kabinet is voorzien van een koel-unit die in staat is om 45 kW per rack aan warmteproductie af te voeren. De koel-unit zelf gebruikt minder dan 1,5 kW aan vermogen. Een LCS is voorzien van eigen beheersoftware (eSight geheten) die voor het monitoren van de racks zorgt. Daarbij wordt onder andere gekeken naar eventuele lekkages. Overigens is het aansluiten en weer loskoppelen van blades zeer eenvoudig - en op een lekvrije wijze - te realiseren. Managementgegevens kunnen via RS485 of ethernet uitgelezen worden. De koel-unit weegt 30 kilogram en kent als afmetingen 260 bij 220 bij 750 millimeter.

De blade servers - het gaat om twee typen: de E9000 CH121 en CH140 - zelf maken gebruik van Intel-processoren. Het zijn kant en klare servers inclusief storage en netwerk-faciliteiten. Het koelen gebeurt dus met vloeistof, waarvoor Huawei gebruik maakt van leidingwater. Het bedrijf geeft aan dat zo’n 90 procent van de componenten in de blades via vloeistof wordt gekoeld, de resterende componenten worden via lucht gekoeld. De LCS waarin de servers worden geplaatst biedt dus mogelijkheden voor beide vormen van koeling. Het water mag hierbij een maximale temperatuur van 50 °C hebben.

Huawei ziet LCS als een oplossing voor datacenters waar sprake is van een grote densiteit, waardoor zeer veel warmte met oppervlakte-eenheid wordt geproduceerd. ‘Precision cooling’ en andere min of meer traditionele oplossingen voor thermal management volstaan dan simpelweg niet meer, stelt het concern.

Robbert Hoeffnagel

Dossiers