Zeven trends uit Internet of Things voor 2015

Kevin St Cyr

Het is moeilijk voor te stellen dat het nu al 2015 is, maar veel mensen realiseren zich niet dat dit ook het punt halverwege het decennium is. Inderdaad, 2015 betekent dat we even dichtbij 2020 zijn als bij 2010. We zijn haast bij het middelpunt van het decennium, maar zijn we als branche dichter bij een comfortabele afhandeling van de niet aflatende ‘datastortvloed’ waarover ik het een jaar geleden had?

Dat hangt ervan af! Er is zeker vooruitgang geboekt op veel punten, en sommige organisaties bevinden zich in een veel betere positie dan anderen om te voldoen aan vereisten voor bandbreedte en netwerkintelligentie. Maar ik hoef u niet te vertellen dat de snelheid waarmee de branche en de technologie veranderen niet aflatend is, en dat een hoge mate van flexibiliteit en snelheid vereist is om gelijke tred te houden.

Zorg dus dat u klaar bent om een stapje hoger te gaan. Hier volgt een samenvatting van wat volgens mij enkele van de belangrijkste trends zijn waarmee ondernemingsnetwerken in 2015 te maken zullen hebben:

1. Het Internet of Things is nabij

Providers van infrastructuur spelen een steeds belangrijker rol bij het mogelijk maken van het Internet of Things (IoT). Of ze nu bekabelde of draadloze connectiviteit met apparaten bieden, of softwaregebaseerde oplossingen in combinatie met connectiviteit, providers spelen een steeds belangrijkere rol. Het IoT ontwikkelt zich steeds verder om tegemoet te komen aan de behoefte van klanten aan betere gegevens in real-time.

2. Het belang van sensornetwerken in het gebouw

Naarmate gebouwen intelligenter worden, zien we dat sensoren een rol gaan spelen. Een sensorgebaseerd netwerk, zoals dat wordt gebruikt bij intelligente verlichtingsoplossingen, krijgt zijn voeding via gestructureerde bekabeling en speelt een belangrijke rol bij het intelligenter maken van gebouwen. De sensoren verzamelen gegevens die ervoor zorgen dat facilities-managers beter gefundeerde beslissingen kunnen nemen met betrekking tot ruimtebenutting en energieverbruik, en bieden daarnaast beveiliging via bewegings- en thermische detectie.

3. Bekroning van Category 6A

In 2014 zagen we dat Category 6A vanuit het datacenter zijn weg vond naar het gebouw. Deze trend kan worden toegeschreven aan enkele factoren:

A. Nieuwe generaties van Wi-Fi-toegangspunten vereisen steeds meer bandbreedte. Dit zal consumenten ertoe bewegen de overstap naar bekabeling van een hogere categorie te overwegen. In 2014 keurde de IEEE de 802.11ac-norm voor draadloze netwerken goed waarmee draadloze LAN's met hoge doorvoer mogelijk werden. Dit is een factor die volgens mij een toename in het gebruik van Category 6 en 6A zal veroorzaken, en tevens een beduidende vermindering in het gebruik van Category 5E. Ook zien we dat instellingen van het hoger onderwijs en de gezondheidszorg hoge bandbreedte nodig hebben en Category 6A implementeren volgens de TIA-aanbevelingen.

B. Category 6A is tevens een geschikt medium voor cellulaire draadloze oplossingen van de volgende generatie in het gebouw en voor Wi-Fi. Draadloze dekking wordt door velen gezien als de volgende nutsvoorziening binnen het gebouw en Category 6A kan de infrastructuur voor Wi-Fi en voor de draadloze systemen van de volgende generatie in het gebouw leveren.

4. Voortschrijding van toepassing van vezeloplossingen

Wanneer het aankomt op hoogwaardige multimode optische vezel en op pre-terminated oplossingen, is de verschuiving naar OM4 versneld. OM4 wordt gebruikt in 40G- en 100G-netwerken over de hele wereld en dat beweegt gebruikers en fabrikanten ertoe hoogwaardigere bekabeling te verlangen. We werken samen met industrienormgroepen aan vezel van de volgende generatie, bijvoorbeeld met de TIA TR-42-groep die het voorstel van een 'wide band' multimode vezeloplossing bespreekt.

5. De ontketening van Categorie 8

U bent wellicht al op de hoogte van de discussie over de 40G-standaard die al loopt vanaf de demonstratie van de eerste conceptversie aan het eind van 2012. In 2015 denk ik dat de standaard een stap dichter bij de markt zal komen, omdat fabrikanten zich voorbereiden voor de pre-productiefase van Category 8 of een beperkte beschikbaarheid bieden, vooruitlopend op een standaard die in 2015 of het begin van 2016 voltooid zou kunnen zijn. Pre-standaardisering kan worden gezien als een productiefase die de beperkte beschikbaarheid van een product biedt om mogelijkheden te bieden voor tests en proeven van klanten – deze fase zal waarschijnlijk het punt vormen waarop Category 8 voor het eerst in de markt wordt gezien.

6. De modulaire mix

Het gebruik van multitenant datacenters, oftewel Co-Lo's, neemt nog steeds toe binnen de markt, evenals de hyperscale-, cloud- en serviceproviders van het datacentersegment van internet. Dit zijn de grootste energieafnemers met de grootste behoefte aan een connectiviteits- en bewakingsoplossing voor het datacenter.

Maar dit neemt niet weg dat het modulaire datacenter belangrijker wordt als een levensvatbare oplossing voor het verhogen van de capaciteit van het datacenter. Terwijl de datastortvloed zich voortzet, kunnen bedrijven een modulair datacenter binnen minder dan een jaar laten installeren en operationeel laten worden. Dit betekent dat mogelijkheden voor snelle implementatie ontstaan voor bedrijven die zich mogelijk niet hebben gerealiseerd hoe snel ze zich zouden moeten uitbreiden wanneer er capaciteitsproblemen ontstaan.

7. Een beter begrip van DCIM

Het heeft enige tijd geduurd voordat de markt oplossingen voor infrastructuur van het datacenter heeft geïmplementeerd, maar we zien dat klanten een beter begrip hebben van de waarde van DCIM bij het optimaliseren van de prestaties van het datacenter binnen een bepaalde periode. Met een DCIM-oplossing kunnen organisaties de voeding controleren en vernieuwingen en plaatsing van activa begrijpen en plannen. Volgens mij proberen DCIM-softwareproviders klanten te helpen eerder een ROI te bereiken. Oplossingsproviders moeten empathie hebben voor hun klanten om hun problemen te begrijpen en een oplossing te kiezen die een eind zal maken aan die problemen. Dus wanneer het systeem live gaat, is de gebruiker voorbereid op wat deze zal zien en hoe deze ermee om moet gaan. Het live gaan moet goed verlopen en als de planning niet goed wordt doordacht en uitgevoerd, zal het resultaat niet optimaal zijn. U kunt verwachten dat DCIM-oplossingsproviders de nadruk meer zullen leggen op het proberen om de gebruikerservaring voordeliger te maken.

Een van mijn uitspraken van afgelopen jaar is het herhalen waard—organisaties kunnen succes in het komende jaar verzekeren door juist te plannen, de juiste vragen te stellen en zich te houden aan een roadmap. Dit zal ertoe bijdragen dat het hoofd wordt geboden aan de uitdagingen die gekoppeld zijn aan de evoluerende technologie en de toenemende bandbreedtebehoefte in de voorzienbare toekomst.

Kevin St. Cyr is senior vice president Enterprise Solutions bij CommScope

 
Lees ook
Uw on-premise infrastructuur behouden en toch profiteren van de cloud

Uw on-premise infrastructuur behouden en toch profiteren van de cloud

Niet voor ieder bedrijf is het volledig migreren naar de cloud een optie. In sommige sectoren is een dergelijke migratie simpelweg niet haalbaar of kosteneffectief. Hoe kunt u uw on-premise infrastructuur behouden en toch profiteren van de voordelen van de cloud? Dit onderwerp en vele anderen staan centraal op DCD>Zettastructure, dat op 7 en 81

DDA brengt impact van IoT op datacenters in beeld

DDA brengt impact van IoT op datacenters in beeld

Het is op dit moment één van de belangrijkste trends in de digitale economie: het Internet of Things (IoT). De verwachtingen zijn hoog gespannen en de meningen sterk verdeeld. Zal het IoT een revolutionaire nieuwe innovatie blijken of is terughoudendheid geboden? Om enig inzicht te geven in wat IoT is, waar het al wordt toegepast en wat we er van1

Investeringen in Internet of Things nemen toe

Investeringen in Internet of Things nemen toe

Mobiele operators realiseren in 2025 naar verwachting 201 miljard dollar omzet uit het Internet of Things. Het gaat hierbij zowel om oplossingen die worden ondersteund door traditionele cellulaire technologie zoals 2G, 3G en 4G als oplossingen die gebruik maken van low-power wide area netwerken (LPWA’s) zoals narrowband Internet of Things (NB-IoT)1