Discussie: ’Zijn Europese datacenters niet klaar voor AI-workloads?’

Op LinkedIn is een discussie gaande over de vraag of Europese datacenters wel klaar zijn voor het draaien van zware AI-workloads. Die discussie wordt verder gevoed door een recent rapport waarin helder wordt gesteld: ‘The European data centre market is not ready for AI customers’.

De uitdaging zit niet in software, maar in fysieke infrastructuur. Terwijl AI-systemen almaar krachtiger worden en grotere hoeveelheden rekencapaciteit vereisen, lijken veel Europese datacenters daar structureel niet op te zijn voorbereid. De technologische koers van bedrijven zoals NVIDIA is daarin veelzeggend. Volgens hun roadmap zijn racks met een stroomverbruik van 135 kW nu al gangbaar. Tegen 2027 worden zelfs Kyber-racks van 600 kW verwacht, met vooruitzichten richting 1 MW op de langere termijn.

Waarom zijn zulke vermogens nodig? Om duizenden GPU’s effectief te verbinden via NVLink, moeten ze fysiek dicht bij elkaar staan—binnen enkele meters. Dit betekent meer rekenkracht op minder ruimte, met een veel hogere stroomvraag en een enorme hitteontwikkeling als gevolg.

De situatie in Europa steekt nogal af tegen deze technologische ontwikkelingen, zo stellen diverse mensen in de genoemde discussie. De meeste bestaande datacenters op het continent zijn gebouwd voor een vermogensdichtheid van slechts 4 tot 10 kW per rack. Hoewel er inspanningen worden geleverd om dit op te schalen naar 20 tot 30 kW (en in enkele gevallen naar 100 kW via koeling met warmtewisselaars aan de achterdeur), blijft de marge klein. Tijdens zogeheten “burn-in”-periodes kunnen rekken namelijk pieken tot 150% van hun nominale belasting. Een 100 kW-rack kan dan plots 150 kW vragen — en dat is op dag één.

Volgens cijfers uit onder meer het JLL Datacenter Outlook Report 2025 is minder dan 20% van de Europese datacenters geschikt voor >30kW-racks en zijn de meeste nieuwe datacenters nog steeds ontworpen voor luchtgekoelde omgevingen tot 30kW. Bovendien blijft de adoptie van vloeistofkoeling steken onder de 5%. Ook is de gemiddelde reële rackdichtheid nog slechts 6 tot 8 kW, aldus de twee bureaus.

Voor traditionele enterprise-omgevingen kan dit voldoende zijn. Maar voor AI-startups, hyperscalers en soevereine AI-programma’s zijn dit bottlenecks die doorslaggevend kunnen zijn bij locatiekeuze.

Toch zijn er uitzonderingen. Frankrijk laat zien dat het anders kan:

-    Er zijn daar inmiddels 35 AI-ready locaties in ontwikkeling met een gezamenlijke capaciteit van 750 MW tot 1 GW

-    95% van de stroomvoorziening is laag in koolstofuitstoot (veelal kernenergie)

-    16 locaties zijn vandaag al bouwklaar

De discussie op LinkedIn geeft oom ideeën hoe het anders zou kunnen. Om AI-klanten in de toekomst wel te kunnen bedienen, is het noodzakelijk dat datacenters standaard ondersteuning bieden voor 100 tot 200kW vloeistofgekoelde racks. Er zou gewerkt moeten worden met flexibele ontwerpspecificaties die voorbereid zijn op zones met hoge dichtheid. Koelsystemen moeten zo ontworpen worden dat zij voldoende buffer bieden voor burn-in situaties. Ook moet de stroomvoorziening op rack-niveau robuuster worden.

De discussie op LinkedIn weerspiegelt een groeiend besef in de markt: Europese datacenters moeten versneld moderniseren als ze relevant willen blijven in een tijdperk waarin AI de standaard wordt, niet de uitzondering.