Colo is niet dood - je kunt er nog steeds goed aan verdienen
Het is al weer vijf jaar geleden dat tijdens een ronde tafel gesprek over datacenters in Nederland een van de aanwezigen hardop verzuchtte “colo is dood”. Die zin verscheen ook in het verslag, maar is op verzoek van meer dan die ene persoon geschrapt. Het was niet de bedoeling dat de klanten van de datacenters die deelnamen aan de bijeenkomst, zich zorgen gingen maken.
Deze flashback is actueel omdat Transip de colo klanten heeft verteld dat het aanbod wordt stopgezet. Transip is geen datacenter, maar los daarvan heeft het stoppen met colo wel behoorlijk wat consequenties. Niet alleen voor de directe gebruikers, de klanten, waarover later meer. Transip is niet de eerste partij die stopt met colo. KPN heeft voor de resten van XS4all die stap al eerder aangekondigd. In alle gevallen haalt het de pers en zijn klanten – ten minste – verdrietig. Migreren is nooit leuk en kost in de regel meer tijd en geld dan vooraf ingecalculeerd.
Colo – een nieuwe laag
Wat minder de pers haalt is dat er datacenters zijn die het colo aanbod schrappen zonder daarbij migraties van klanten te veroorzaken. Deze datacenters schuiven de echt kleine colo klanten door naar grotere klanten. De gebruiker van een rack of minder krijgt dan een contract met iemand die misschien wel een heel corridor huurt. Er komt dus een laag tussen de klant en het datacenter.
Geen ophef
Die constructie heeft voor en nadelen. Wat er contractueel verandert is voor de partijen direct duidelijk. Waar veel minder rekening mee wordt gehouden is dat bepaalde kwaliteitsvereisten (denk aan certificeringen) niet meer gelden. De uiteindelijke eindklanten van de ex-colo huurder kunnen hierdoor in de problemen komen en dat zet dan weer de relatie van die voormalige colo huurder onder druk.
Alleen al om die reden – en reken maar dat er meer zijn – hebben datacenters en providers die colo aanbieden er alle baat bij geen ophef te veroorzaken door hard te roepen dat iets dood is of ophoudt te bestaan. In direct overleg met de klanten de beste oplossing zoeken voor een dienst te te veel kost of te weinig oplevert, is een betere oplossing. Zelfs bij het sturen van een op een communicatie kan niet voorkomen worden dat de buitenwacht iets meekrijgt van de veranderingen.
Met open armen
Zonder ook maar een naam te noemen: er zijn aanbieders van colo die in 2019 aangaven dat het EOL zou zijn, maar op dit moment klanten van Transip met open armen ontvangen. Het is een variatie op het thema “de een zijn dood is de ander zijn brood”. Want, dat wel duidelijk, colo an sich is helemaal niet EOL of dood.
Het blijft voor bedrijven die zich specialiseren in het aanbod en schaalvoordelen kunnen realiseren zonder meer goed rendement opleveren. Daarmee is meteen uitgelegd waarom KPN annex XS4all en Transip wel de handdoek in de ring gooiden.
(dit artikel verscheen eerder op ITchannelPRO)
Meer over
Lees ook
ELINEX klanten case Data Facilities Data Center
Savvas Bout van Data Facilities Data Center koos voor ELINEX Power Solutions vanwege de professionaliteit, expertise, betrokkenheid en de uitstekende samenwerking met projectleider Jan-Dirk en accountmanager Tom. Het Data Facilities Data Center (DFDC) in Den Haag is van oorsprong een datacenter van modale omvang.
Monitoren van waterverbruik datacenters wordt steeds belangrijker
Het monitoren van waterverbruik in datacenters wordt steeds belangrijker, zowel maatschappelijk als bedrijfseconomisch. In een recent interview op de website van de NEN benadrukt Arjan Westerhof, lid van de NEN-normcommissie ‘Computerruimten en datacenters’, dat het bewust omgaan met water een cruciale rol speelt in de toekomst van de sector.
Uptime Institute merkt impact van klimaatverandering op datacenters op
De datacentersector is zich steeds meer bewust is van de impact van klimaatverandering en de noodzaak van klimaatbestendigheid, aldus het Uptime Institute. Volgens het rapport geeft tweederde van de respondenten aan dat hun organisatie momenteel klimaatbestendigheidstoetsen uitvoert voor hun infrastructuur. 57 procent noemt dit een vastgelegde eis1