Nieuwe MER voor FrieslandCampina Domo: ‘We hadden een dubbele inhaalslag te maken’

_MG_8878

“Als de Main Equipment Room neergaat, komt de fabriek stil te staan”, zegt Peter Boelens, Energy Technologist Electric Maintenance & Projects bij FrieslandCampina Domo in Beilen. Om de bedrijfscontinuïteit te kunnen garanderen, werd SPIE-ICS gevraagd om in Beilen een nieuwe MER te bouwen waarmee niet alleen het ‘achterstallige onderhoud’ werd weggewerkt maar die ook over tien of vijftien jaar nog voldoende capaciteit biedt om de productie verder te laten groeien. 

De locatie van FrieslandCampina Domo in Beilen, waar kindervoeding wordt geproduceerd, maakt een stormachtige groei door. Waar de fabriek in het Drentse brinkdorp vijf jaar geleden nog circa driehonderd werknemers telde, zijn dat er inmiddels ruim achthonderd. “En een groot deel daarvan heeft ook een pc-aansluiting nodig”, aldus Boelens.

De stormachtige groei die ‘locatie Beilen’ doormaakt, heeft alles te maken met wat Boelens noemt ‘ongelukjes in de wereld’ die zich hebben voorgedaan met babymelkpoeder. Het bekendste voorbeeld daarvan is het Chinese schandaal met vervuilde babymelkpoeder in 2008 waarna een run ontstond op Nederlandse babyvoeding. “Maar de vraag naar betrouwbare babyvoeding komt niet alleen uit China; de hele wereld vraagt erom”, zegt Boelens.

MER bedrijfskritisch

De kantoorautomatisering speelt een belangrijke rol in het op peil brengen en houden van de productiecapaciteit die nodig is om aan de toenemende wereldwijde vraag te kunnen voldoen, zo begrijpen we van Boelens. Met name de bedrijfssoftware van SAP is sterk geïntegreerd in een aantal productiestappen. “Bijvoorbeeld de productieplanning zit in SAP, en die planning is ook weer gekoppeld aan het codeersysteem. Als SAP eruit ligt, kun je het eindproduct niet coderen en komt de productie aan de ketting te liggen. Je staat dan gewoon stil.”

“De MER - waar de kantoorautomatisering draait - blijkt dan een zeer kritische ruimte te zijn waarvan FrieslandCampina Domo er in Beilen maar één had”, vult Martin Kootstra projectmanager voor het programma ‘ICT Roadmap Domo Beilen’ aan. “Helaas moesten we constateren dat er sprake was van flink wat achterstallig onderhoud; met name aan de core infrastructuur - de MER-lagen en core LAN-laag - was in de voorgaande jaren nauwelijks iets gedaan.” Boelens: “Uitbreidingen van het netwerk realiseerden we door weer een nieuwe ster vast te knopen aan de ringinfrastructuur in de fabriek. Maar dat is natuurlijk niet de manier.”

Dubbele inhaalslag

Hoewel zich nog geen grote incidenten hadden voorgedaan, groeide het besef dat de oude MER een toenemende bedreiging vormde voor de bedrijfscontinuïteit. De computerruimte voldeed bovendien ook niet meer aan de richtlijnen die FrieslandCampina stelt op het gebied van zaken als koeling, brandwerendheid en stroomvoorziening. “Dan heb je eigenlijk een dubbele inhaalslag te maken”, aldus Kootstra. “Je moet er niet alleen voor zorgen dat de ICT-infrastructuur geen gevaar meer vormt voor de bedrijfscontinuïteit, maar ook dat de MER is voorbereid op verdere groei.”

Voor het maken van die dubbele inhaalslag werd de hulp ingeschakeld van SPIE-ICS. “Wij werken al heel lang samen met SPIE-ICS en die samenwerking is altijd goed geweest”, zo verklaart Boelens de keuze voor deze specialist. Ook tijdens dit project kwam volgens Boelens de ervaring van SPIE-ICS weer duidelijk naar voren. “SPIE-ICS was goed thuis in de centrale en lokale richtlijnen voor MER’s en was goed bekend met de lokale omgeving en de lokale contactpersonen. De mensen van SPIE-ICS dachten bovendien heel goed mee over de oplossing en zorgden voor een goede coördinatie tussen de belanghebbenden.” Kootstra: “Het projectmanagement zat er heel strak in.”

Principiële fouten

  • Erik Goedhart (SPIE-ICS), Martin Kootstra (KPN) en Peter Boelens (FrieslandCampina Domo)
  • Als eerste stap in de inhaalslag voerde SPIE-ICS een scan uit van de oude MER. “Op het eerste gezicht zag die ruimte er voor zijn leeftijd nog best redelijk uit”, vertelt Erik Goedhart, technisch consultant bij SPIE-ICS. “Toen we op de ruimte inzoomden, kwamen we er al snel achter dat er een aantal principiële fouten in zaten die tot uitval konden leiden. Zo was er maar één ups die werd gevoed via één pad afkomstig van een subverdeler in het gebouw. Als er iets met die verdeler gebeurt, brengt dat de hele MER in gevaar. Dat is onacceptabel als je ziet hoeveel processen daar afhankelijk van zijn.”

“Kijkend naar de richtlijnen zoals FrieslandCampina Domo en SPIE-ICS die hanteert, kwamen we al snel tot de conclusie dat er een compleet nieuwe ruimte moest worden gebouwd”, vervolgt Kootstra. Waar de oude MER nog was gehuisvest in het kantoorgebouw tegenover de fabriek moest de nieuwe MER op het fabrieksterrein komen, veilig binnen de hekken en dicht bij het bedrijf. “Een andere belangrijke eis was dat de nieuwe ruimte zeker weer tien jaar mee moet kunnen, en misschien nog wel langer”, aldus Goedhart.

Schoonvegen

“Op basis van de scan hebben we SPIE-ICS gevraagd een kostenraming te maken en dat allemaal bij elkaar is een voorstel geworden dat we hebben geïmplementeerd”, aldus Kootstra. Het resultaat is een volledig nieuwe MER die is gesitueerd in ‘Toren 1’ van het fabrieksgebouw. Daar was een ruimte beschikbaar die niet meer in gebruik was maar waar nog wel operationele blowers stonden. “Het schoonvegen van die ruimte was best wel een uitdaging”, herinnert Boelens zich. “De verplaatsing van de blowers was afhankelijk van de onderhoudsschema’s en moest worden geïntegreerd in de planning voor de nieuwe MER.”

Inmiddels hebben de blowers plaatsgemaakt voor een gang met racks die - conform de richtlijnen van FrieslandCampina Domo - zijn geplaatst op een verhoogde vloer en onder een waterdicht plafond met waterafvoer. Een lekkage op een hoger gelegen verdieping heeft zo geen invloed op de MER. Goedhart: “We hebben ook maximaal rekening gehouden met het groene aspect, bijvoorbeeld door de warme en koude lucht van elkaar te scheiden en door het toepassen van ledverlichting.”

Om ervoor te zorgen dat de beschikbaarheid van de energievoorziening aansluit bij de wensen en eisen van FrieslandCampina zijn er twee UPS-systemen geplaatst in een 2N-opstelling. Bij de keuze van de UPS-systemen is een afweging gemaakt tussen kosten en flexibiliteit. De gekozen capaciteit van 24 kW is voor de komende tien jaar voldoende. De configuratie en keuze van de componenten maakt het tevens mogelijk om met een minimale investering de capaciteit verder te vergroten zonder downtime van de MER.

Tier IV

Op het moment van het interview was de nieuwe MER klaar voor gebruik en kon de verhuizing van de servers en switches van start gaan. “Die verhuizing wordt qua planning nog wel een uitdaging, want de fabriek draait 24x7 door”, aldus Boelens. Kootstra: “De echte vruchten van al het werk kunnen we pas plukken als alle spullen er staan en we een compleet nieuwe core-LAN-omgeving hebben, en dan niet alleen in de MER die we nu hebben gerealiseerd maar ook in de gespiegelde MER die we elders op het terrein nog gaan realiseren middels het ‘datacenter-in-a-box’-concept. Pas dan hebben we de beschikbaarheid op Tier IV-niveau en kan ongestoord worden voldaan aan de vraag. De fundering is dan op het niveau dat past bij de bedrijfsvoering en de eisen die worden gesteld door FrieslandCampina Domo.”

Ferry Waterkamp is freelance journalist

 
Dossiers